Mijn cité

Historische wandeling

Migratiegolven doorheen de jaren

De Limburgse mijnen hadden nood aan externe arbeidskrachten. Bijgevolg werden vanaf de jaren 1920 buitenlandse arbeiders aangetrokken. Gastarbeiders zagen in Limburg een kans op een nieuw bestaan. In 1923 was al 23% van de arbeiders van vreemde afkomst, met name Polen, Tsjecho-Slovaken en Joegoslaven als grootste groepen. Na de tweede wereldoorlog verving een solide structureel beleid de aanvankelijke noodoplossing. Er volgden nieuwe golven: Italianen, Spanjaarden, Grieken en later Turken en Marokkanen. Hun vestiging werd gedeeltelijk gepland door de toenmalige overheid en mijndirecties, vaak in de zogenaamde cités of woonwijken. Op die manier groeiden in die cités een veelzijdig verenigings- en religieus leven.