Mijn cité

Historische wandeling

Stop 4: hoofdopzichters en conducteurs

Architectuurbeschrijving

De tweegezinswoningen in Engelse cottagestijl bevinden zich aan de overzijde van het Rond Punt. Ze worden gekenmerkt door bakstenen gebouwen van twee bouwlagen op een breukstenen plint, een voordeur met een traptrede, een mansarde dak en een mank zadeldak aan de zijgevels. Verder is op de bovenverdieping imitatievakwerk geplaatst en zijn de zijportalen overluifeld. Tevens zijn onderaan de voorgevel betonnen platen met verluchtingsgaten aangebracht, de zogenaamde kolenvenstertjes. Via deze openingen werden destijds de verse, gasrijke kolen in het kolenhok onder de woonkamer gestort. Het vrijgekomen gas kon zo naar buiten ontsnappen, waardoor het risico op ontploffingen bij de minste ontstekingen (door een lamp of verwarmingsketel) werd vermeden.

Historische context

Tussen 1923 en 1930 werd door de mijndirectie het ensemble in cottagestijl aangevuld met 14 bewaarde bediendewoningen aan de aangrenzende Koolmijnlaan. Deze werkleiders, onder meer opzichters en conducteurs, hielden toezicht over drie posten (morgen, middag en nacht) en hadden daardoor een hogere status dan gewone arbeiders. Dit kwam mede tot uiting in de voorrangsregels bij de toewijzing van de mijnwoningen. Verder was de architectuur van deze tweegezinswoningen meer verfijnd en complexer uitgewerkt, met aandacht voor ontwerp en afwerking, om zo geschoolde krachten aan te trekken en te binden.


Lees eventueel later verder.